Direct nadat Israëlische supporters van Maccabi Tel Aviv in de nacht van 7 op 8 november Amsterdam terroriseerden en zich tegen Nederlandse burgers keerden, overspoelde een (pro-)Israëlische propagandacampagne de wereld. Daarin werden de gebeurtenissen geduid als een ‘antisemitische pogrom’ en een ‘Jodenjacht’ op de Israëlische supporters, door ‘Arabieren’ en ‘moslims’.
Ook zouden er in Amsterdam Israëli’s ‘gegijzeld’ worden. Israël overwoog zijn landgenoten te komen ‘ontzetten’, en een vloot vliegtuigen te sturen om hen ‘in veiligheid te brengen’. Minister van Buitenlandse Zaken Gideon Sa’ar spoedde zich op eigen gezag naar Nederland om hier het politieke sentiment naar zijn hand te zetten.
Maccabi Gate
De propaganda had effect. Niet de Israëlische aanstichters kregen de schuld – hen werd een vrijgeleide geboden. Alle aandacht ging uit naar de Nederlanders die er zo heftig op reageerden. Dat is een kwestie van ‘durven benoemen’, aldus premier Dick Schoof. Het kabinet en zelfs de koning maakten excuses aan Israël, maar niet aan hun eigen burgers die door de autoriteiten aan het Israëlische geweld waren blootgesteld.