In Nederland worden elk jaar tussen de 120 en 140 mensen vermoord. Toch hoor je maar weinig over deze moorden in het landelijke nieuws. En als er al aandacht is, gaat het zelden over de achtergrond van de dader behalve als die dader geen Nederlandse wortels heeft. Want de meeste moorden worden gepleegd door Nederlanders zonder migratieachtergrond. Volgens het CBS ligt dat aandeel tussen de 80 en 90 procent. Maar zodra de dader een asielzoeker blijkt te zijn, verandert het verhaal meteen. Dan wordt het niet zomaar een misdrijf, maar het startsein voor een landelijk debat over migratie, veiligheid en waar onze tolerantiedrempel ligt.
Dat zagen we ook bij de moord op Lisa. Een jonge vrouw, vermoord door een man die hier als asielzoeker verbleef. Een verschrikkelijke daad, daar is niemand het over oneens. Maar wat daarna gebeurde ging niet meer over haar dood, maar over haar dader. Nog voor het politieonderzoek was afgerond, werd haar naam al ingezet om het asielbeleid aan te vallen. Politici sprongen erbovenop, media bliezen het op, en binnen enkele dagen was de toon gezet: dit had nooit mogen gebeuren, dus moet migratie worden ingeperkt.
Maar waar blijft diezelfde politieke en maatschappelijke verontwaardiging bij andere moorden de tientallen per jaar waarbij de dader wel een witte autochtone Nederlander is? De zaken waarbij vrouwen worden vermoord door hun (ex-)partner, kinderen door hun vader, of onschuldige mensen op straat? Dat zijn geen uitzonderingen. Ze gebeuren vaker dan de meeste mensen denken. Maar de politieke aandacht blijft uit. De media-aandacht blijft beperkt. Er is geen roep om beleid, geen framing van de dader als onderdeel van een groter probleem. Want zijn achtergrond is “de norm”.
De media spelen hierin een grote rol. Als de verdachte een migratieachtergrond heeft, staat dat direct in de kop: asielzoeker, statushouder, Eritreeër, Syriër. Maar wanneer de dader een autochtone Nederlander is, blijft zijn afkomst ongenoemd. Dan is het gewoon “een man uit Groningen” of “een 42-jarige verdachte”. Die asymmetrie is geen toeval. Het is een patroon dat bijdraagt aan een vertekend beeld: alsof geweld vooral iets is dat “van buiten komt”.
En de politiek doet er nog een schep bovenop. Kamerleden die normaal nooit opkomen voor slachtoffers van femicide of huiselijk geweld, stonden vooraan bij de moord op Lisa. Niet uit oprechte zorg voor vrouwen, maar omdat deze zaak hun migratiekritische verhaal bevestigde. Terwijl geweld tegen vrouwen, gepleegd door Nederlandse mannen zonder migratieachtergrond, structureel voorkomt en structureel genegeerd wordt.
Dit is de kern van de dubbele moraal: als afkomst pas een onderwerp wordt als de dader een migrant is, dan gebruik je misdaad om groepen mensen te stigmatiseren. En als je zwijgt over tientallen moorden door autochtone Nederlanders, maar wel in actie komt bij één moord door een asielzoeker, dan gaat het je niet om gerechtigheid, maar om politiek.
Lisa is niet vermoord omdat haar dader een asielzoeker was. Ze is vermoord door een gewelddadige man net zoals ieder jaar tientallen mensen in Nederland vermoord worden door daders van verschillende achtergronden, vooral door mensen zonder migratieachtergrond. Als we dat structurele probleem blijven negeren en in plaats daarvan alleen de uitzonderingen politiek uitlichten, dan worden slachtoffers geen mensen meer, maar middelen.
Wie echt om rechtvaardigheid en veiligheid geeft, kijkt naar patronen, niet naar afkomst. En wie meent op te komen voor slachtoffers, zou dat altijd doen niet alleen als het in het politieke straatje past.





